Je bent hier: Home > Verzekeringen > Brandverzekering
De brandverzekering is in zijn meest pure vorm een verzekering die voor een woning of vastgoed wordt afgesloten en die schade door brand dekt. Vaak wordt er tegelijk ook een inboedelverzekering afgesloten.
Sinds 2005 zijn verzekeringsmaatschappijen verplicht in alle brandverzekeringen die ze afsluiten de risico's op natuurrampen te dekken. Hieronder begrijpt men o.a. een hevige storm die het dak doet wegvliegen, hagel die schade maakt, een boom die op je woning valt, blikseminslag, sneeuw-en ijsdruk, grondverzakkingen, aardbevingen, overstromingen enzovoorts.
Ongevallen zijn gedekt door de woningverzekering. Denk hierbij aan een auto die tegen je huis botst of in de living terecht komt. Ook andere voertuigen kunnen voor schade zorgen, zoals motorfietsen, kleine vliegtuigjes, luchtballonnen,... of soms ook dieren.
Veel gekozen opties zijn bijvoorbeeld rechtsbijstand of een diefstalverzekering. Je moet daarnaast in de voorwaarden van de brandverzekering goed nalezen wat er allemaal gedekt wordt. In sommige gevallen moet je bijvoorbeeld extra betalen als je beschermd wil zijn tegen een blikseminslag die je elektrische toestellen stuk maakt.
Indien je in een appartement woont, wordt er voor het appartement zelf meestal een zogenaamde blokpolis (een verzekering voor het hele gebouw) afgesloten en dien je nog een aparte brandverzekering af te sluiten voor je eigen bezittingen. De prijs van de blokpolis wordt vervolgens verdeeld onder de eigenaars.
Anders dan wat veel mensen denken is een brandverzekering op zich niet verplicht. Er is geen wet, die naar analogie met bijvoorbeeld de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de auto, het afsluiten van een brandverzekering verplicht.
Wel verplicht is een verzekering af te sluiten die derden vergoedt wanneer ze in huis gewond geraken bij een brand of ongeval. Deze aanvulling kan een deel zijn van een brandverzekering, of van de famiale verzekering.
In de praktijk wordt het afsluiten van een brandverzekering vaak wel contractueel verplicht. Denk hierbij aan een huurovereenkomst of een hypothecaire lening.
De eigenaar van een huurappartement verplicht zijn huurders bijvoorbeeld om een brandverzekering af te sluiten. Natuurlijk heeft de eigenaar zelf een brandverzekering voor het gebouw, maar uiteraard niet voor jouw inboedel.
Ook zonder een contractuele verplichting is een brandverzekering aan te raden voor huurders. Als huurder ben je namelijk aansprakelijk voor elke beschadiging die niet het gevolg is van gewone slijtage. De kans is bijgevolg groot dat je als huurder aansprakelijk gesteld wordt voor een brand. De brandverzekeraar van de eigenaar zal zich naar jou wenden om de kosten te recupereren. Als je zelf als huurder een brandverzekering hebt, dan komt uiteraard je verzekering tussen.
De kredietmaatschappij of bank waar je jouw lening hebt lopen, kan je verplichten een brandverzekering af te sluiten. In theorie mag je in dat laatste geval vrij kiezen bij welke maatschappij je een brandverzekering afsluit. In de praktijk zal je enkel kunnen lenen tegen een gunstige rentevoet indien je een brandverzekering afsluit bij de maatschappij waar je ook jouw lening regelde.
Als je tijdens de looptijd van de lening beslist om je brandverzekering toch elders te nemen, dan kan de kredietinstelling de rentevoet van je lening ook opnieuw verhogen.
Bij het afsluiten van een brandverzekering dien je een lange lijst vragen te beantwoorden. Deze vragen proberen de waarde van jouw woning of appartement vast te stellen. Hoe duurder of waardevoller jouw woning, hoe duurder de brandverzekering. Ook een groter risico op brand, verhoogt de premie. Hieronder geven we enkele factoren die een rol spelen in het bepalen van de kostprijs van jouw brandverzekering:
Het is belangrijk om deze vragen zo correct mogelijk te beantwoorden. Alleen zo ben je beschermd tegen onderverzekering. Het is erg onaangenaam wanneer jouw huis verwoest werd om vast te stellen dat je slechts voor een beperkt bedrag verzekerd bent, waardoor je geen nieuw huis kan opbouwen.
Meestal is er een eerste vrijstelling of franchise. Voor de eerste 250 euro moet je dan bijvoorbeeld zelf opdraaien.
In principe zal de verzekering een vergoeding in 'nieuwwaarde' uitbetalen. Als je woning al 50 jaren oud is dan zal je een bedrag ontvangen waarmee je de herstellingen of een complete wederopbouw kan betalen tegen de op dat moment geldende bouwprijzen.
De kans is groot dat je na verloop van tijd onderverzekerd zal zijn. Als je grote renovatiewerken uitvoert, dan moet je dit melden aan je verzekeraar. Denk hierbij aan een nieuwe badkamer of keuken, een aanbouw of veranda, nieuwe kamers inrichten op zolder,...
Ook de waarde van je inboedel kan sterk wijzigen. Jonge gezinnen kiezen misschien vaak voor goedkope meubels, terwijl er na verloop van tijd meer geïnvesteerd wordt in kwaliteitsvolle en dus veel duurdere meubels.